zondag 15 januari 2017

De dood nabij - Leren met Deleuze

Al enige tijd ben ik me aan het bekwamen in de filosofie van het onderwijs en ben nu terechtgekomen bij Deleuze. Deze Franse filosoof heeft behalve in Frankrijk ook in Amerika en geestverwante landen weerklank gevonden. Behalve in de kunstfilosofie ook in de onderwijsfilosofie. Inna Semetsky en Diana Masny ontwikkelden voor hun vakgebied benaderingen die geïnspireerd zijn op Deleuze. Zo is de Multiple Literacies Theory (MLT) van Masny gericht op verbreding van het domein en de middelen van het leren. Allerlei zaken die vaak als context van het leren worden gezien, worden door MLT in het centrum van de aandacht geplaatst: woorden, gebaren, klanken, zelfs geuren. Literacies zijn niets anders dan agencements, arrangementen, zeg maar samenstellingen waarin de elementen voortdurend veranderen. Lezen wordt binnen deze 'context' onvoorspelbaar, disruptief. Wat we het ik of het subject noemen verandert al lezend voortdurend door meegevoerd te worden in de stroom van veranderingen. Lezen is 'deterritorialiseren'.

In de bundel Deleuze and Education sluiten diverse docenten bij Semetsky en Masny aan en brengen ze hun expertise in. Soms levert dat tamelijk voorspelbare resultaten op. De Deleuziaanse filosofie lijkt dan niet meer dan een uiterlijk omhulsel van een pragmatische didactiek die ons in Nederland vertrouwd is geworden. Zet de tafels en stoeltjes eens anders neer, en beschouw de leraar niet als je leider die kennis overdraagt met een vooraf klaarliggend correctiemodel, maar laat leerlingen zaken zelf ontdekken en leer met hen mee. Daarom leek het mij interessant, leerzaam misschien, om te kijken waar het Deleuziaanse leren verrassende inzichten kan brengen.

Een mogelijke invalshoek is de fascinatie voor de grote meester zelf. Vaak wordt verteld hoe geweldig Deleuze college gaf. Volle zalen, huismoeders en loodgieters begrepen niet wat hij zei maar vonden het geweldig. Deleuze reageerde op de situatie, zo leek het. Hij was zijn aantekeningen onderweg kwijtgeraakt en moest ineens improviseren. Maar dat improviseren was mogelijk doordat Deleuze kon terugvallen op een intensieve voorbereiding en natuurlijk ook een enorme kennis van de geschiedenis van de filosofie. Het lijkt er dus op dat we hem niet te snel tot voorbeeld kunnen stellen voor gewone leraren. Anderzijds kennen we in Nederland verwante praktijken, de losjes prekende dominee en de ogenschijnlijk spontane cabaretiers.

Misschien ook leert het voorbeeld van de vergeten aantekeningen ons nog iets anders. Leren = vallen, stelde ik in een eerdere blog, en daarmee verwoord ik een wijsheid die in het onderwijs breed wordt gedeeld. Misschien moet je het nog sterker zeggen, en vindt leren plaats in nabijheid van de dood. Dat past schijnbaar niet bij het vitalisme van Deleuze, en het wordt in de teksten ook nauwelijks genoemd.

Toch lijkt juist de nabijheid van de dood een rol te spelen in de keuze van het voorbeeld bij uitstek waardoor we kunnen leren wat leren is, het leren zwemmen. Christopher M. Drohan gaat er uitvoerig op in in zijn artikel, waarbij het extra interessant is dat hij zelf ooit zwemleraar was. Hij citeert eerst Heidegger die in Was heisst Denken? uitlegt dat leren zwemmen niet plaatsvindt wanneer iemand een begrip uitlegt. Deleuze komt hierop terug in Différence et répétition, waar hij uitlegt dat zwemmen plaatsvindt wanneer de leerling erin slaagt de tekens van de docent te decoderen. Daarvoor bestaat echter geen vooraf gegeven middel. De tekens verschillen van elkaar en uit de tekens kun je de betekenis niet automatisch afleiden. Dit moet steeds opnieuw gebeuren in een situatie die steeds anders is.

Leren werkt, zoals we al eens bij Plato's Faidros hebben gelezen, als verliefdheid. Je begrijpt je leraar vanuit een vertrouwdheid met de tekens, niet vanuit een decodeermethode die in alle situaties kan worden toegepast:
The movement of the swimmer does not resemble that of the wave, in particular, the movements of the swimming instructor which we reproduce on the sand bear no relation to the movements of the wave, which we learn to deal with only by grasping the former in practice as signs. That is why it is so difficult to say how someone learns: there is an innate or acquired practical familiarity with signs, which means that there is something amorous - but also something fatal - about all education. (DE p.115)
Hier tussen de streepjes zien we al een aankondiging van de dood, het vallen, de mislukking. Dat wordt nog intenser wanneer we ons realiseren dat het voorbeeld - leren zwemmen - zo effectief is omdat nergens anders zo duidelijk is dat leraar en leerling op elkaar aangewezen zijn, in symbiose. Water kan van alles betekenen, dorstlesser, propeller, dragend element, maar die betekenissen kunnen we pas decoderen en gebruiken wanneer we de confrontatie met het water als dodelijk element zijn aangegaan, in symbiose met de leraar, zijn aanwijzingen, stem, feedback etcetera.

Het volstaat daarom niet om aan het water bepaalde betekenissen toe te dichten. En de confrontatie kunnen we niet interpreteren als een succesbrengende methode. Evengoed kan het bewegen in het water uitlopen op een mislukking en blijft het water wat het voorheen was, macht en stroming.

Met andere woorden: het leerproces is niet betekenisvol, zelfs al wordt het omringd met betekenis. Het is 'entirely virtual and insignificant'. En dit is de essentie van het leren. Dit gaat verder dan het 'prachtige risico' van Biesta, die het falen lijkt te zien zien als mogelijkheidsvoorwaarde voor het slagen en als motief om weer doelen in het onderwijs te herintroduceren. Volgen we Deleuze, dan kunnen we niet spreken van mogelijkheidsvoorwaarde. Het leren is niet mogelijk of onmogelijk, maar 'virtueel'. De essentie blijkt niet pas bij de succesvolle oplossing van het probleem, maar wordt vanuit die oplossing of mislukking pas zichtbaar door de aanname van het onbewuste. Deleuze gebruikt hier, verrassend voor degenen die altijd dachten dat Deleuze een postmodernist was en wilde afrekenen met Plato, de term 'idee'. De betekenis is opgebouwd rondom zijn betekenisloze en onbewuste betekenis. Deleuze:
To learn to swim is to conjugate the distinctive points of our bodies with the singular points of the objective Idea in order to form a problematic field. This conjugation determines for us a threshold of consciousness at which our real acts are adjusted to our perceptions of the real relations, thereby providing a solution to the problem. Moreover, problematic Ideas are precisely the ultimate elements of nature and the subliminal objects of little perceptions. As a result, 'learning' always takes place in and through the unconscious, thereby establishing the bond of profound complicity between nature and mind. (gecit. in DE p.120)
Drohan werkt deze uitleg uit tot zijn begrip 'virtuele klas', hartstikke interessant maar iets voor een latere blog.

Hier blijft nog de verhouding tot de dood, die volgens Heidegger de mogelijkheid van betekenis voor het Dasein überhaupt is. Het lijkt hier of Deleuze Heidegger volgt, de Heidegger die volgens hem de filosofie weer wilde reterritorialiseren naar het oude Griekenland, naar Plato. Maar op zijn manier doet Deleuze dat dus ook, alleen al door te spreken van de 'idee'. Sokrates' amoureuze relatie tot Faidros en het farmakon van Derrida zijn dus ook niet ver weg. Het geneesmiddel is dodelijk, het is vergif.

Deleuze volgt met zijn vitalisme Spinoza, die de dood beschouwt als een betekenisloos incident van buitenaf. De existerende mens is wezenlijk 'conatus', de poging om in het zijn te blijven. Zwemmen zou je als zodanig kunnen zien. Maar wellicht is zwemmen al te zeer vaardigheid, actualisering. Leren zwemmen drukt beter uit waarom het hier gaat. Leren zwemmen is een poging om in het zijn te blijven. Het is de idee bij uitstek die naar voren komt in het leren, waarbij leerling, leraar en de wereld een symbiotisch geheel vormen.

Toen ik mijn idee zojuist voorlegde aan Inez (mijn vrouw, niet de triatleet of de docent didactiek) herinnerde zij dat onze dochter Noraly vroeger niet leerde zwemmen in het diepe. In Utrecht was er alleen een diep bad waar je niet kon staan. Nergens was de 'dood' dichterbij dan in dat oude zwembad De Krommerijn. Later verhuisden we naar Arnhem en lukte het Noraly alsnog. Hier was een zwembad waar je kon staan, en geleidelijk kon doorgaan naar een plek waar je niet kon staan. Het helpt dus niet altijd om een kind in het diepe te gooien. De dood is geen didactisch middel. Het is omgekeerd. Iets kan pas een didactisch middel worden doordat op een of andere manier de dood nabij is, doordat we ons bevinden temidden van betekenisloze media, media die pas betekenis kunnen krijgen in het niet-actuele, niet-bewuste proces van leren.

Het is dus ook te kort door de bocht om Deleuzes onderwijsfilosofie te reduceren tot het pragmatisme van 'learning by doing'. Zeker, je kunt niet uitgaan van een methode. Leren is steeds weer anders. Ook vindt leren plaats door het tegenkomen en oplossen van problemen. Maar deze openlijke, bewuste, betekenisvolle situatie wordt gecreëerd vanuit iets anders, vanuit het virtuele, vanuit een leven dat omringd is door dood en betekenisloosheid.

Nu komt de wijsheid 'leren = vallen' in een ander licht te staan. Vallen is niet, niet op de eerste plaats, de mogelijkheidsvoorwaarde voor het opstaan, het succes. Het is vooral het vallen van de juiste middelen. Discussies over onderwijs draaien steeds om de vraag naar het juiste middel. Op welke manier kunnen we het leren zo inrichten dat de kans op succes maximaal wordt? De inrichting van het leren wordt zodoende zelf steeds meer opgevat als een middel, en voor we het weten tollen we rond in een wereld van louter middelen.

Eenmaal daar beland, is het onmogelijk om nog de vraag naar het juiste middel te stellen. Als alles middel is geworden, is ook alles een juist middel. Drohan citeert de bekende McLuhan, de inhoud van elk medium is een ander medium. Daardoor wordt het belangrijk om die media in te zetten, maar daarnaast ook om ze open te houden voor de onbewuste, creatieve processen die aan het leren ten grondslag liggen, voor de 'virtualiteit'. Allesbehalve training dus, allesbehalve Maurice de Hond.


Afbeeldingsresultaat voor zwembad krommerijn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten