zondag 14 mei 2017

De liefdesles van David Bade

Mijn blogs zijn een liefdesklus. Ik krijg er niet voor betaald. Laat ik deze zinnen eens uitdiepen en kijken of ik het gevondene kan samenballen in een gedachte.

Met 'liefdesklus' neem ik de vertaling over van het Centraal Museum en David Bade die er een soort atelier heeft ingericht. Daar heeft Bade de leiding over een aantal medewerkers maar nodigen ze ook de bezoekers uit om mee te werken aan de omtovering van het atelier in een kunstwerk dat aan het eind van de Rietveldexpositie aan het museum zal worden aangeboden. Bij die expositie werkt ook mijn dochter Noraly mee. Ze krijgt er een kleine vrijwilligersvergoeding voor.

De expositie heeft betekenis voor het onderwijs. David Bade laat aan zijn bezoekers en medewerkers zien hoe hij zelf zijn werk maakt en helpt hen bij hun werk. Ook is er een duidelijk verband met de geschiedenis. De aanleiding tot de expositie is het Rietveld Schröderhuis dat je ook al door die expositie kunt beschouwen als een liefdesklus. Rietveld bouwde het huis in opdracht van Truus Schröder. Bij mijn weten werd hij er gewoon voor betaald. Maar er ontstond een liefdesrelatie tussen beiden. Ook na voltooiing kwam Rietveld af en toe klussen aan het huis. Misschien moeten we vooral dat werk na de voltooiing opvatten als liefdesklus.

Er is een opvallend verschil tussen de Nederlandse en de Engelse uitdrukking, liefdesklus en labour of love. Bij labour denk ik aan langdurig gezwoeg, bij klus eerder aan een kortlopende taak of karwei. Bij de expositie zien we dan ook talloze kleine dingetjes, tekeningen, notities, verslagen van diensten die we elkaar voortdurend bewijzen, zoals een autoritje maken met je vader die zelf niet meer kan rijden, of je auto uitlenen aan je zus. Het werk krijgt een ogenschijnlijke lichtheid, er komt de typisch Hollandse relativering bij die in mijn ogen minder drijft op de Engelse overdrijving.  Het is bijna andersom, liefdesklus is bijna liefdesklusje.

Deze blog die begon als zo'n klusje dreigt nu om te slaan in labour. Ik ga zoeken naar betekenissen, ik pijnig mijn hersens. Er ontvouwt zich een wereld van betekenissen en problemen die ik vervolgens weer terugneem in mijn ervaringen. Hoe meer ik erover nadenk, hoe meer ik alles kan zien in het teken van liefdesklus, hoe meer ik het kan zien als liefdesklus, hoe meer ik het zien zelf kan zien als liefdesklus. Te groot voor een blog, meer labour dan klus.

Een voorbeeld. Op de expositie staat een bezoeker te praten met een medewerker. Ze praten over hun leven, over de problemen die er optreden en hoe daar ineens de liefde kan opduiken als iemand iets voor een ander doet. Is dit niet de kern van katechese? Ben ik zelf niet katecheet geweest, zeven jaar lang? Ik beland hier in een knooppunt van zelfreflectie, geraakt worden door Gods liefde via de redding door Christus, een bezinning op de betekenis van kunst voor de samenleving, mogelijkheden voor onderwijs en een beschouwing van onderwijs. Ik zie twintig boeken voor me die ik zou kunnen schrijven.

Het lijkt te gaan om lichtheid en zwaarte. Dat zijn de tonen die naar voren komen in het betekenispallet rond liefdesklus. Ooit schreef de jonge Shakespeare zijn komedie Love's labour's lost, over mannen die willen studeren en met elkaar afspreken dat ze de liefde voor vrouwen even buiten de deur houden. Dat mislukt natuurlijk jammerlijk, toevallig verschijnt een prinses met haar dienaressen en de komedie ontplooit zich. Een andere grote schrijver van de lichtheid is Ovidius. Hij slaagt erin de liefde te beschrijven op het niveau van goden en kosmos en tegelijk als een remedie of techniekje voor de gepijnigde mens: Remedia amoris, Ars amatoria.

Om dit te kunnen, dit omzetten van iets zwaars in iets lichts, moet je natuurlijk beschikken over veel talent. In een studie over de liefde bij Ovidius legt Gregory Sadlek uit dat je bovendien een vrij mens moet zijn. Liefde is geen slavenarbeid, een slaaf heeft niet de waardigheid die nodig is om een liefdesklus te verrichten. Maar die vrijheid is niet aan iedereen en niet permanent gegeven. Ovidius werd verbannen naar de Zwarte Zee en schreef zijn verslagen naar Rome die bekend staan als de Tristia. Verricht je liefdesarbeid, dan loop je risico en kan de lichtheid omslaan in de zwaarte van de tragedie en het religieuze offer.

Bij Vergilius zien we de verhouding tussen lichte en zware arbeid weer op een andere manier terug. In zijn Bucolica zitten de herders onder een boom tijdens hun siësta en keuvelen ze over de liefde en de politiek. In zijn Georgica blijft de boer zwoegen als resultaat van de liefdesgift van Jupiter die de mensen de landbouw heeft geschonken. Vergilius zwoegde als een boer aan zijn teksten en liet ons in zijn Aeneis de zwaarte voelen van de Romeinse voorgeschiedenis. Als Aeneas aankomt in Italië moet hij nog zes boeken oorlogvoeren om zijn liefdesklus te voltooien, het overbrengen van de huisgoden van Troje naar het Westen.

Kunnen we dit voorzichtig terugkoppelen naar David Bade? Hij vertelt over zijn moeizame verhouding tot De Stijl: „Dat is mijn commentaar op De Stijl: je ziet in hun werk nooit natuur of erotiek terug, terwijl ze wel van de natuur hielden en veel reisden.” Natuurlijk zijn er ook raakvlakken, zoals de maatschappelijke betrokkenheid en het leggen van verbindingen tussen disciplines en kunstenaars. Maar Bade laat zich niet bekeren tot de minimalistische strengheid en blijft barok.

Net als ik. Ik laat me graag meeslepen door mijn associaties en gedachten, laat alle bloemen bloeien. Toch is er een toegang vanuit de barok naar het minimalisme. Bade laat zien hoe. Eerst heeft hij een tijdje gewoond in het Van Doesburghuis in Parijs. Daar maakte hij tekeningen en schilderijen die komen te hangen, of nu al hangen, in de werkplaats van het Centraal Museum. De vorm van zijn expositie daar is het werken aan een huis dat je kunt zien als een maquette van het Rietveld Schröderhuis. Zo krijg je oog voor de plooistructuur. Een huis kun je inklappen tot een tekening of maquette die je elders weer kunt uitklappen. Er zijn Droste-effecten, een huis in een huis in een huis.

Deze plooistructuur werkt verrijkend. Het is mogelijk om in het minimalisme de erotiek en de natuur te zien. Het is mogelijk om in de expressionistische lichtheid de zwaarte te zien, zoals in het schilderij waarop Bade een barende vrouw heeft afgebeeld, met ernaast zijn naam omgedoopt tot David Baren.

Ooit was ik met Inez van plan om samen te werken. We zouden mensen tegen betaling kunstwerken laten zien met een educatief oogmerk, kunst uitleggen. Ons aanbod zou De plooi heten, de beroemde naam van Deleuzes beschouwing over Leibniz. Het is er niet van gekomen, er kwamen weer andere plannen. Er is zoveel wat mogelijkheid blijft en zich niet ontplooit. Voor me staat een vaas met pioenrozen die maar niet willen bloeien, wat Inez verdriet die me de rozen heeft gegeven. Ik kijk naar de rozen, het voorzichtige rood dat ingeklemd blijft tussen de groene bladen. Het kijken wordt arbeid. Ik geniet van de mogelijkheid die niet wordt gerealiseerd, het past helemaal in mijn filosofische avonturen rond Aristoteles en Agamben. Maar ik probeer nu het tekort te ervaren, het verdriet of de frustratie van het ongerealiseerde. Ik word geworpen in de rouwarbeid. Het ijdele kijken wordt weer liefdesklus en wordt weer labour.

De komedie van Shakespeare eindigt met de mannen die nu niet meer willen studeren maar de liefde bedrijven met de vrouwen. Die vertrekken weer, de mannen smachtend achterlatend met de belofte dat ze een jaar later zullen terugkomen. Het is een test. Mannen kunnen zich inbeelden dat ze vrij zijn, vrij om te studeren en de liefde te bedrijven. Maar alleen de liefdesklus maakt hen echt vrij.

Afbeeldingsresultaat voor pioenrozen


Geen opmerkingen:

Een reactie posten